Wet maatschappelijke ondersteuning
De Wmo is in 2007 ingevoerd en grondig herzien in 2015. Sinds 2015 is de gemeente ervoor verantwoordelijk dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeenten is verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn. Het idee achter de vernieuwde wet is dat mensen met fysieke of psychische beperkingen zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving kunnen wonen en functioneren.
De Wmo vormt samen met de Wet langdurige zorg (Wlz), de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Jeugdwet het Nederlandse stelsel van zorg en welzijn. In een andere blog ga ik in op de Wet langdurige zorg (Wlz) en Persoonsgebonden budget (Pgb). Het zijn alle drie verschillende financieringsstromingen voor het realiseren van begeleiding voor onder andere een dagbesteding.
Wat is de Wet maatschappelijke ondersteuning?
De Wmo biedt ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie. Dit houdt bijvoorbeeld in:
– Hulp bij huishouden zodat mensen zolang mogelijk in hun vertrouwde woning kunnen blijven wonen
– Vervoervoorzieningen hiermee kunnen mensen naar de plek gebracht worden waar ze naar toe willen
– Aanpassingen in de woning bij bijvoorbeeld fysieke problemen zoals een traplift
– Dagbesteding om mensen structuur en bezigheid te bieden in het dagelijkse leven.
Het landelijk stelsel bestaat uit de Wmo en een elftal besluiten, die op deze wet gebaseerd zijn. De wet bevat de opdracht aan gemeenten om allerlei zaken voor maatschappelijke ondersteuning te regelen. Voorbeelden die de gemeenten hiervoor moeten regelen zijn:
– Onderzoek doen voor de beoordeling van een aanvraag
– Het bieden van kosteloze cliëntondersteuning
– Het inkopen van benodigde voorzieningen.
De gemeente mag een eigen bijdrage vragen voor de Wmo-ondersteuning. Sinds 2019 is deze bijdrage niet hoger dan €17,50,- per 4 weken. Wanneer een huishouden bijvoorbeeld een minimuminkomen heeft kan de gemeente wel een lagere eigen bijdrage vaststellen.
Waar kan ik een aanvraag doen?
Wil je zorg of ondersteuning aanvragen? Klop dan bij jouw gemeente aan, iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Vormen die gekozen worden zijn o.a. een sociaal wijkteam of het Wmo-loket. Ook verschilt per gemeente weer wat deze vormen dan precies doen.
De Wmo-consulent gaat de aanvraag beoordelen en het volgende onderzoeken:
+ Wat is het beoogde resultaat?
+ Wat kan de cliënt zelf?
+ Wat kan de omgeving betekenen?
+ Zijn er voorliggende voorzieningen?
+ Is er een eigen bijdrage van toepassing?
Mantelzorg
Als het gaat om wat de omgeving kan betekenen dan doelen ze op mogelijke mantelzorg. Bij mantelzorg is er sprake van zorg die niet binnen de gebruikelijke hulp valt. Er is dan sprake van een sociale relatie en is de zorg niet professioneel. Dat wilt zeggen dat mensen die deze zorg bieden hiervoor geen opleiding gehad hebben.
Het is bij de huidige Wmo mogelijk om personen uit het sociaal netwerk te betalen vanuit een Pgb, dan is er geen sprake meer van mantelzorg. Voor meer uitleg over Pgb verwijs ik je naar de blog over Pgb.
Voorliggende voorzieningen
Voorliggende voorzieningen zijn in het algemeen alle voorzieningen die vóór de ondersteuning vanuit de Wmo liggen. Iemand is vrij om wel of niet gebruik te maken van een passende voorliggende voorziening. Dit wil niet zeggen dat als je de voorliggende voorziening afwijst je een beroep kan doen op een maatwerkvoorziening. Er zijn drie verschillende voorliggende voorzieningen:
– Wettelijke voorliggende voorzieningen: zijn voorzieningen die kunnen worden verstrekt op basis van een andere wet.
– Algemeen gebruikelijke voorzieningen: zoals een mengkraan, automatische versnelling in de auto of een elektrische fiets
– Algemene voorziening: zoals taxicentrale, maaltijdservice en boodschappenservice